3. dat er geen installatieverantwoordelijke is noch een NEN 3140 arbobeleid.
In al deze situaties is het onverstandig dat tijdens een NEN 3140 inspectie de klant de rol van IV vervult.
Niet geschikt
Om te beginnen is een klant vaak niet de geschikte persoon voor de rol van IV op basis van zijn elektrotechnisch kennis en vaardigheden. Een IV moet volgens NEN 3140 ten minste een middelbaar elektrotechnisch niveau hebben door opleiding en/of ervaring. Die ligt bij de inspecteur.
Verhouding
Dit verschil in kennis en vaardigheden is de basis voor de rechtsverhouding tussen inspecteur (opdrachtnemer) en klant (opdrachtgever). De rol van de inspecteur wordt in de rechtspraak aangegeven als een ‘technische toezichthouder’, waarbij hij de belangen van de klant behoorlijk en zorgvuldig dient te waarborgen. Dit betekent dat de klant van de inspecteur mag verwachten dat deze derden (incl. de klant zelf) rond de installatie zo goed mogelijk waarschuwt tegen de gevaren of gebreken. Gevolg hiervan is dat de inspecteur bij een inspectie de installatie niet alleen moet beoordelen en kwalificeren maar ook dient te kijken naar de situatie en omstandigheden waarin de installatie functioneert. NEN 3140 geeft juist deze rol aan de IV, waardoor er een verschil in verplichtingen op basis van NEN 3140 en op basis van de rechtspraak ontstaat. Een installateur wordt altijd gehouden aan zijn verplichtingen op basis van de rechtspraak en alleen wanneer NEN 3140 ook echt goed gebruikt wordt en toepasbaar is, kan hij een deel van die verplichtingen overdragen aan een IV. Dat is belangrijk omdat de inspecteur rechtens moet optreden tegen een misstand wanneer hij vaststelt dat een dergelijke rolinvulling, zoals IV, verkeerd wordt gedaan. Bron: Elektroraad